De Nederlandse geschiedenis van de Apostolische kerk is verbonden met de naam van de Duitser Friedrich Wilhelm Schwartz. Deze apostel kwam halverwege de negentiende eeuw naar Amsterdam om in Nederland de apostolische boodschap uit te dragen. Tijdens zijn werk in Amsterdam raakte de Enkhuizer scheepsbouwer Klaas de Boer door hem geïnspireerd en begon de apostolische leer in Den Helder te verspreiden. De kerk werd de Hersteld Apostolische Zendingkerk (HAZK) genoemd. Na het overlijden van Schwartz in 1895 ontstond er een opvolgingsstrijd, die leidde tot een splitsing van de kerk. Naast de HAZK ontstond de Hersteld Apostolische Zendinggemeente in de Eenheid der Apostelen (HAZEA). Oudste De Boer hield aanvankelijk apostolische diensten aan de Fabrieksgracht, daarna in de Wezenstraat, en vervolgens werd een vergaderruimte ingericht in een woning in de Keizerstraat. Vanaf 1898 hield men diensten aan de Loodsgracht en uiteindelijk in de Hoogstraat.

In 1937 kon een stuk grond worden gekocht in het nieuwe uitbreidingsplan. Daar werd een nieuw kerkgebouw aan de Sumatrastraat gebouwd, maar de eenheid bleef niet bewaard. In 1946 ontstond er binnen het genootschap een scheuring die uiteindelijk leidde tot de vorming van de Nieuw Apostolische Kerk. Aanvankelijk bestond deze slechts uit één gezin. De overige leden van de gemeente sloten zich aan bij het Apostolisch Genootschap en bleven kerken in de Sumatrastraat. Het kleine groepje van de Nieuw Apostolische Kerk kon zich verder uitbreiden en gebruikte een lokaal aan de Broodsteeg van 1955 tot 1961. In 1961 nam de Nieuw Apostolische Kerk een vergaderlocatie in gebruik aan de Torenstraat, met 80 zitplaatsen. In 2007 werd een nieuw gebouwd kerkje aan de Annie Romeijn Verschoorlaan in gebruik genomen.

Het Apostolisch Genootschap kerkt nog steeds in de Sumatrastraat. Het gebouw is in de loop der jaren meerdere keren verbouwd. De geloofsopvatting van het Apostolisch Genootschap is vrijzinnig. Er is geen algemeen omlijnd godsbeeld binnen het Apostolisch Genootschap. De Bijbel wordt niet gezien als het enige Woord van God, maar vooral als een verzameling verhalen, morele lessen en waardevolle metaforen.