Aan het begin van de negentiende eeuw was er al sprake van een groep luteranen in Den Helder. Veel van deze luterhanen waren mogelijk vanwege de grote waterbouwkundige projecten zoals het Noordhollands Kanaal en het Helderse Kanaal tijdelijk in Den Helder komen wonen. Er ontstond een hersteld evangelische lutherse gemeente en deze waren in staat om op 7 maart 1827 een huis kopen aan de Middenstraat, dat snel geschikt kon worden gemaakt tot kerk. Voor die tijd maakten de luthersen gebruik van de doopsgezinde kerk. In december 1827 kon de kerk ingewijd worden. Opmerkelijk is dat de Helderse marine een rol speelde bij de ingebruikname van de kerk. Bij gebrek aan een kerkorgel verzorgden muzikanten van oorlogsschip Zms. Zeeland de muziek. Maar dat orgel kwam er ook. Een tweeklaviers orgel met aangehangen pedaal uit de Hersteld Evangelisch Lutherse gemeente van Amsterdam. Een dominee kwam ook, want al snel na de ingebruikname van de kerk kon proponent Sonstral beroepen worden door de jonge gemeente. In de opbouw fase was Sonstral al betrokken op de gemeente, hij nam het beroep aan en zou tot zijn dood in 1872 aan de gemeente verbonden blijven.Â
Het gemeentelijke leven kon in 1867 worden uitgebreid met zondagschool werk. De zondagsschool werd gehouden in een ander gebouw aan de Middenstraat eigendom van ‘baas Swerus’. Onder leiding van ds. C.C.G. Visser kon in 1913 een nieuwe kerk gebouwd worden in de Wezenstraat. Architect Joh. Pelser uit Amsterdam kreeg hiervoor de opdracht. De kerk was aan één zijde voorzien van een pastorie en aan de andere zijde van een kosterswoning. De toren werd beeldbepalend voor de Wezenstraat. In 1924 werd een nieuw elektrisch pneumatisch orgel geplaatst.
De gemeente is door verschillende predikanten bediend. Opvallend is dat sommige predikanten maar kort bleven. Dominee Wallien bleef maar drie jaar. Dr. Blase, die uit Ned. Oost Indië was gerepatrieerd, bleef nog geen twee jaar. Met de komst van ds. P.H. Borgers brak een groeiperiode aan. Borgers organiseerde jeugdiensten, verzorgde culturele lezingen en bedacht veel nieuwe activiteiten. Veel van deze activiteiten waren verbonden aan zijn eigen persoon en persoonlijkheid. Na zijn vertrek naar Rotterdam kwam er een terugval in het gemeentelijke leven.
In 1936 werd de kerk aan de Wezenstraat gerestaureerd. Onder leiding van ds. W.J.F. Meiners ging het weer goed met de gemeente. Vlak na de oorlog werd het kerkinterieur vervangen. Sinds 1990 wordt de kerk niet meer gebruikt. Van 1995 tot 2013 heeft de Nederlands Gereformeerde Kerk nog gebruik gemaakt van de kerk. Daarna is de kerk verhuurd aan een evangelische gemeente.
De gemeente neemt een kerkgebouw aan de Middenstraat in gebruik. Een verslaggever van de Helderse Courant schrijft hierover: De Hersteld Luthersche kerk in de Middenstraat is een eenvoudig en log gebouw zonder enige franje. Aan de voorzijde een groote toegangsdeur, aan weerszijden waarvan een groot raam is aangebracht. Boven de deur bevind zich een hardsteenen plaat met de volgende tekst ingebeiteld: ‘Een is Uw Meester, de Christus, maar gij zijt allen broeders. Mattheus 23 vers 8’. Links van de kerk staat de pastorie, ook zeer eenvoudig. Beneden ziet men een huisdeur met twee ramen en boven drie ramen. Eveneens in 1828 doet ds. J.H. Sonstral intrede.
Dominee Sonstral begeleidt een ter dood veroordeelde.Â
Andere lutheranen nemen initiatief om te komen tot een evangelisch lutherse kerk. Dit bericht geeft veel verwarring en onenigheid binnen de gemeente en de lutherse gemeenschap. Het zal nog enkele jaren duren, maar in 1854 ontstaat een tweede lutherse gemeente met zelfs een eigen predikant. Het kerkgebouw is een merkwaardig achtkantig gebouw aan de Westgracht. De gemeente blijkt onvoldoende leden aan te trekken en wordt een financieel debacle. Het duurt voort tot 1880, dan besluit een synodale commissie de evangelisch lutherse kerk te stoppen.
Het orgel blijkt sterk verouderd. Er wordt een nieuw instrument aangekocht afkomstig uit de Amsterdamse gemeente van dominee De Liefde. Het aankoopbedrag bedraagt 400 gulden, hier komt nog 300 gulden bij aan bijkomende kosten. Op de kast van het Assendelft orgel staan twee engelenfiguren. Later zal dit orgel meeverhuizen naar de Wezenstraat. Weer later komt het orgel te staan in de Hoogstraatkerk.
Het zondagsschoolwerk wordt opgestart. De eerste onderwijzer is M. Kamp. De school wordt gehouden in de Middenstraat bij ‘baas Swerus’. Het ledenaantal groeit tot ongeveer 150 leden.
Eerste steenlegging van de nieuwe kerk aan de Wezenstraat. Onder zeer grote belangstelling wordt de nieuwe kerk aan de Wezenstraat op donderdag 15 januari 1914 ingewijd. Aan de dienst wordt, behalve door het Luthers zangkoor, meegewerkt door mej. J. Pelser, dochter van de architect, sopraan, en mej. M. Kraan, alt. Als sprekers treden op ds. W.F. Hekker, namens de AKC van het Hersteld Luthers kerkgenootschap, en prof. dr. W.J. Pont, de toenmalige kerkelijk hoogleraar en historicus. In het voorportaal van de kerk wordt een gedenksteen van wit marmer onthuld,. Op den 15en Januari 1914 werd dit kerkgebouw ingewijd door ds. C.C.G. Visser.Â
Vanaf ongeveer 1931 brengt dominee Borgers veel vernieuwingen. Er komen meer jeugdactiviteiten waaronder een jeugddienst, die goed bezocht worden. Er komen bloemen op de avondmaalstafel en er worden liturgische veranderingen doorgevoerd. Mej. Aafje Kamp blijkt een uitstekende organiste te zijn die het muzikaal de gemeente op een hoger niveau brengt.
Wonderlijk genoeg blijft het kerkgebouw gespaard onder de vreselijke bombardementen in juni 1940. Gedurende de oorlogsjaren kan het kerkelijk leven, ondanks beperkingen en ook evacuaties van gemeenteleden doorgang vinden. Er worden zelfs nieuwe kerkenraadsleden bevestigd. In 1944 wordt het Oude Helder afgebroken. Er vindt een vrijwel algehele evacuatie plaats. De hongerwinter maakt het kerkelijk werk bijna onmogelijk.
De kerk wordt ingrijpend gerenoveerd. Er ontstaat ruimte voor een losstaande kansel, de doophekken waren al eerder weggehaald. Tot nu toe werd gedoopt uit een losse zilveren schaal, maar er komt een nieuwe altaartafel en een doopvont. Na de oorlogsjaren zal het aantal leden afnemen.
Dominee Mudde neemt een beroep aan en wordt de nieuwe predikant. Met hem krijgt de gemeente een jong energieke dominee. De gemeente telt op dat moment ongeveer 60 leden. Mudde schuwt experimenten en nieuwe vormen niet. Ook wordt gekozen voor en nieuwe restauratie van de kerk.
- Lutheranen aan het Marsdiep, Schendelaar
- Levend Verleden, uitgave 2016
- EXTERIEUR
- INTERIEUR
- ORGEL
- KRANTENARTIKELEN