Op oudere foto’s van Maranatha staat nog de geveltekst: Komt allen tot mij die vermoeid en belast zijt’. Deze tekst is er later vanaf gehaald. Het kleine kerkje, is eerder een kapel en heeft verschillende namen gehad: kerkje van Breet, Visbuurtkerk, kerkje van Kraak. Maar het stond vooral bekend als Maranatha. Maranatha is het kerkje van Zalige Breet, zonder kerkenraad, koster en zonder georganiseerd gemeentelijk leven. Breet (1835-1916) was een eenling. Hij had zijn eigen Evangelisatie. Een plaats voor die mensen die de gewone kerk te deftig vonden en de preken onbegrijpelijk. Breet zou later in zijn eigen levensbeschrijving hierover zeggen: De overheersing van het Modernisme in de kerk en der onkerkelijke volksklasse in wier midden ik hoorde, maakten mijn arbeid gewenscht en noodzakelijk. Breet was broodbakker en bouwde zijn Evangelisatie op zijn eigen terrein tegenover zijn bakkerij. De gedenksteen geeft het jaartal 1879 aan. Breet begon zijn activteiten als evangelisatiewerker in de Palmstraatkerk voor de Vereniging ter Verbreiding van de Waarheid. Maar Breet was geen man van kerkelijke structuren, afspraken en regelingen. Hij ging zijn eigen weg en werd zo de bakker en evangelieprediker van de Visbuurt.
Breet had geen opvolger. Na zijn dood in 1916 stopt zijn werk en werd de kerk geslote. Het pand werd gekocht door de familie Kikkert en gebruikt als pakhuis. Het werk van Breet kreeg onverwachts nieuw leven in de jaren dertig. In deze tijd kwam landelijk de Maranathabeweging op gang met een sterk verlangen en verwachting op de wederkomst van Jezus. Deze evangelische beweging werd gedreven door de Rotterdamse muziekleraar Johannes de Heer. Tijdens een driedaagse conferentie in Den Helder werd belastinginspecteur Hendrik Kraak zo gegrepen door het evangelie dat hij het werk van Breet ging voortzetten. Het pakhuis werd weer een kerkje en in 1932 opnieuw geopend. Uiteindelijk werd de kerk ook eigendom van Kraak en zou in de volksmond ‘het kerkje van Kraak’ heten.