De kerk moest in 1876 beeldbepalend zijn voor de Visbuurt, die in de jaren daarna vooral een buurt zou worden van gereformeerden uit Urk. Op het moment van oplevering werd de wijk nog Nieuwstad genoemd. Beeldbepalend werd de nieuwe Rooms-Katholieke kerk zeker. De Nieuwstraat loopt recht op de kerk aan, het gebouw met zowel neogotische als neoromaanse trekken, ligt prachtig in de zichtlijn. Een paar jaar na de oplevering werd een dakruiter op de voorgevel geplaatst. Aanvankelijk was de kerk gebouwd als bijgebouw, een filiaal, van de grotere Petrus en Pauluskerk aan de Kerkgracht, maar deze kerk werd te klein voor de vele kerkgangers. Een nieuwe kerk in een nieuwe wijk was daarom nodig. Het werd bij de oplevering in 1876 een kerk zonder toren, want er was te weinig geld, maar tijdens het dertigjarig priesterfeest van pastoor Brinkman kon genoeg geld ingezameld worden zodat in 1884 alsnog een toren geplaatst kon worden. Tijdens de oorlogsjaren roofden de Duitsers de klok.
In 1926 bestond de kerk vijftig jaar. Pastoor Van Beuzekom, die vanaf 1917 aan de kerk verbonden was zette zich in voor gebrandschilderde ramen in de kerk. De Utrechtse glaskunstenaar Willem Mengelberg (1879-1969), kreeg de opdracht. De pastoor had voorkeur voor voorstellingen die passend waren voor de stijl van de kerk en betekenis hadden voor het roomse leven in Den Helder. Zorgvuldig stelde de pastoor een lijstje samen van heiligen die afgebeeld moesten worden. Net op tijd voor het jubileumfeest op 8 juni 1926 konden de eerste ramen opgeleverd worden.
De afname van de bevolkingsgroei versterkt door de secularisatie, deed vanaf 1950 het aantal parochianen in de Visbuurt sterk afnemen. Ook de nieuwe Vredeskerk in de Schooten droeg bij aan het afnemend aantal bezoekers. Daarna werd het er niet beter op. In 1990 werd de laatste mis gehouden. De kerk werd verkocht en kreeg verschillende functies. Een kerkelijke gemeente is het nooit meer geworden.
- EXTERIEUR
- INTERIEUR