Blader door de tijdlijn en ontdek de verschillende momenten die bepalend zijn geweest voor de kerkelijke ontwikkelingen in Den Helder. Deze tijdlijn is niet volledig, maar bevat slechts een selectie van kerkelijke gebeurtenissen. Van vrijwel elke kerkelijke denominatie is wat opgenomen.
Na de reformatie
In het begin van de zestiende eeuw begon in Duitsland de Reformatie. Een belangrijk persoon in deze beweging was de monnik Maarten Luther. De reformatie had tot gevolg dat aan het eind van de zestiende eeuw het protestantisme de overheersende godsdienst was. De voorheen katholieke kerkgebouwen kwamen in handen van de protestanten. De Nederduits Gereformeerde Kerk werd vanaf 1579 de volkskerk. Pas twee eeuwen later, in de Franse tijd en daarna in het nieuw gevormde Koninkrijk der Nederlanden, werd de Katholieke Kerk in Nederland op gelijke voet met de andere kerken gesteld en kwam er een einde aan de bevoorrechte positie van de protestantse kerk in Nederland. In het duin en kweldergebied van Huisduinen ontstond na de reformatie ook een kerk. De weinige bevolking in dit gebied concentreerde zich vooral in het dorp Huisduinen. Hier kwam een gereformeerde kerk, met in 1595 tot 1608 als eerste predikant ds. J.M. Fleurkens. In 1624 werd op de Mallecroft een kerk gebouwd.
Gebed voor de strijd
Salomon van Til (1643-1710) werd op 22 jarige leeftijd predikant van Huisduinen. Hij maakte in 1672 de zeeslag voor Huisduinen mee waarbij Michiel Adriaenszoon de Ruyter het opnam tegen de Engelsen. Vanaf de duinrand keken veel toeschouwers naar de zeeslag. Van Til deed een indringend gebed voor een goede afloop. Iemand schreef: ‘alle hoofden ontblootten zich en de predikant op een der duintoppen staande, het gelaat naar de zeekant gekeerd, droeg het benauwde vaderland aan den God van hemel en aarde op’.
Kerk op de Conijnsbergh
De kustafslag door de jaren heen maakte het noodzakelijk om het kerkje op de Mallecroft af te breken. Er werd op de Conijnsbergh een nieuwe kerk gebouwd, een eenvoudig houten gebouw. Dit kerkje heeft lang dienst gedaan tot 1845, het moment dat de Westerkerk in gebruik kon worden genomen. In de jaren 1811 en 1812 is het gebouw nog gebruikt als opvang voor Spaanse krijgsgevangenen.
Roomse ontwikkelingen
In 1724 kwam het tot een schisma binnen de Rooms Katholieke Kerk, toen de geestelijken eigenmachtig een nieuwe aartsbisschop van Utrecht benoemden. De katholieken hadden ondertussen een eigen kerkgebouw aan de Langestraat in Oud Den Helder. Omdat pastoor Johannes Heycamp koos voor het jansenisme konden de roomsen daar niet meer kerken. Dit was het ontstaan van de Oud Katholieke kerk (ook wel Clerezie) van Den Helder. Een foto van het altaarstuk is nog bewaard gebleven.
Rooms Katholieke statie
In 1785 werd de Rooms Katholieke statie (missiepost) opgericht (Van der Aa 1844). De eerste pastoor die werd toegewezen aan de statie was Engelbertus Vinkesteyn.
Eerste Doopsgezinde kerk
Al vroeg waren in de omgeving van Den Helder navolgers van de kerkleider Menno Simons (1496-1561) te vinden. Het waren mennonieten, waarschijnlijk een afsplitsing van Friese protestanten die zich hadden afgescheiden van de reformatie. Deze mennonieten werden later doopsgezinden genoemd. Ze bouwden in 1788 hun eerste kerk. Het was niet meer dan een schuur.
Nederlands Hervormde Kerk
Toen Koning Willem I op 7 januari 1816 zijn handtekening onder het Algemeen Reglement zette, kreeg de vaderlandse kerk een nieuwe naam: Hervormde Kerk in het Koninkrijk der Nederlanden. De maatregel ondervond later veel verzet, er was al veel ontevredenheid vanwege de liberale en vrijzinnige leer die in de toenmalige Nederduits Gereformeerde Kerk gebracht werd. Ook werd door het Algemeen Reglement de macht bij de Algemeene Synode en haar Algemeene Synodale Commissie gelegd, waardoor de zelfstandigheid van de plaatselijke gemeenten sterk beknot werd. Het leidde tot veel bezwaren. Hier werd de kiem van de latere afscheiding al zichtbaar.
Lutherse kerk Middenstraat
De lutherse gemeente kocht in 1827 een huis aan de Middenstraat. Dit huis werd na verbouwing de kerk van de Lutherse gemeente.
Helders Kanaal
Den Helder was een voorhaven geworden van Amsterdam. Goederen werden uit zeeschepen geladen en overgeladen op kleinere schepen naar Amsterdam. In 1829 kwam het Helders Kanaal gereed. Het is de gracht die langs de Nieuwe Kerk loopt en verbinding maakte tussen het toenmalige dorpscentrum en het Noordhollands Kanaal dat enkele jaren daarvoor was aangelegd. Er ontstond een nieuwe woonkern Nieuwstad, de huidige Visbuurt.
Afscheiding
De Afscheiding van 1834 is de aanduiding van een kerkelijke beweging in het Nederland van de 19e eeuw, die leidde tot zelfstandige gereformeerde kerken naast de Nederlandse Hervormde Kerk. De Afscheiding van 1834 heeft, hoewel klein begonnen, grote invloed gehad op de vorming van de moderne Nederlandse samenleving. Er waren veel bezwaeren tegen de moderne en vaak vrijzinnig leer de gebracht werd in de Hervormde Kerk. In het Friese Ulrum kwam het in 1834 tot een uitbarsting toen dominee Hendrik de Cock geschorst werd omdat hij openlijk en fel kritiek uitte op de praktijk van het kerkelijk leven. Dit was het begin van een afscheidingsbeweging die vanaf 1834 door het hele land zou gaan. In de jaren daarna zou ook in Den Helder een groep zich afscheiden. Willem Coenraad Wüst was hierin de leidende figuur.
Kleine reformatie op de Rijkswerf
In 1836 ging Willem Conraad Wüst uit Enkhuizen werken op de Rijkswerf als smidsleerling. Wüst zou van grote betekenis worden voor de gereformeerde kerk in Den Helder. Hij was in krachtdadig tot bekering gebracht en wenste terug te keren tot de oude gereformeerde leer. Al snel vormde zich om hem een gezelschap van meerdere personen, waaronder ook zijn afdelingsbaas J.C. Scheffer, Jacob Juch commandeur en Jan A. Klaassen, allen werkzaam op de Rijkswerf. In zekere zin is op de Rijkswerf een kleine reformatie begonnen.
Joodse synagoge
Vanaf het eind van de 18e eeuw waren er al joden in Den Helder. In de 19e eeuw zou dit aantal nog wat toenemen. In 1837 bouwde de Israëlitische gemeenschap een nieuwe synagoge aan de Kanaalweg ter vervanging van het oude gebouw aan de Jodensteeg. In 1855 telde de Joodse gemeenschap ca. 140 mensen.
s
Nieuwe Kerk
Het aantal inwoners van Den Helder nam toe en daarmee ook het aantal leden van de Hervormde Kerk. Vanaf 1828 waren al initiatieven genomen om tot een nieuw kerkgebouw te komen. De bouw van de Nieuwe Kerk vond in 1838 plaats, de ingebruikname op 1 december 1839. Op dat moment had de Hervormde Kerk twee kerkgebouwen, de Oude Kerk op de Conijnsbergh en de Nieuwe Kerk.
In 1841 werd formeel een scheiding aangebracht tussen het predikantschap Den Helder en Huisduinen. Voor die tijd bedienden de gereformeerde predikanten de kerk van Huisduinen en Den Helder.
Inwijding Petrus en Pauluskerk
De Rooms Katholieken hadden een kerkgebouw aan de Langestraat. De parochie maakte een behoorlijke groei door waardoor de behoefte werd gevoeld aan een nieuwe kerk. De inwijding van de Petrus en Pauluskerk kon in 1840 plaatsvinden.
Overheidserkenning afgescheidenen
De afgescheidenen kwamen samen in de stal van weduwe Lobé aan de Kanaalweg. De samenkomsten waren verbonden en de gemeente kreeg te maken met vervolgingen van de gemeentelijke overheid en burgers. Er waren bedreigingen naar gemeenteleden en voorgangers. In 1841 nam koning Willem II een besluit dat Afgescheidenen onder voorwaarden een overheidserkenning konden aanvragen. In ruil hiervoor zouden er dan geen vervolgingen meer plaatsvinden. Hier werd door de afgescheidenen verschillend over gedacht. Ondertussen groeide het aantal gemeenteleden. De stal van weduwe Lobé werd spoedig te klein om te dienen als kerkgebouw. In 1844 werd een orgel aangeschaft en enkele jaren later kon de stal aangekocht worden. De gemeente bleef hier kerken tot 1862.
Ingebruikname Westerkerk
De Hervormde Kerk opende op 9 november 1845 de nieuw gebouwde Westerkerk aan het Westplein. Tegelijkertijd werd de Oude Kerk aan de Conijnsbergh gesloten. De Hervormde Kerk had nu twee kerken: de Nieuwe Kerk en de Westerkerk.
Ingebruikname Doopgezinde kerk
De Doopsgezinde gemeente nam in 1853 een nieuwe kerk in gebruik aan de Kerkgracht. In 1855 werd de pastorie naast de kerk gebouwd.
Vereniging tot Verbreiding der Waarheid
De Hervormde kerk kende nog steeds bezwaarden leden. Deze konden (nog) niet meegaan met de afscheiding, maar vormden wel een eigen gezelschap. In 1859 kwam men tot de Vereniging tot Verbreiding der Waarheid. Deze vereniging was actief. Er werd een jongelingsvereniging op gezet, een bibliotheek, een zondagsschool en er werden bijbellezingen gehouden. Enkele jaren later zou deze vereniging een eigen gebouw krijgen aan de Palmstraat. Deze Vereniging kan gezien worden als een vooruitlopen op de Doleantie in Den Helder.
Ingebruikname Bethelkerk
In 1862 konden de afgescheidenen hun eerste kerk in gebruik nemen. Het werd de Bethelkerk, gebouwd aan de Kanaalweg.
Ingebruikname Palmstraatkerk
De Vereniging tot Verbreiding der Waarheid bestond uit bezwaarde Hervormden en deze kwamen samen in een gymzaal. In 1865 werd een eigen gebouw in gebruik genomen aan de Palmstraat.
Christelijke Gereformeerde Kerk
In 1869 vond de landelijke kerkfusie plaats een vereniging van de Christelijke Afgescheidene Gereformeerde Kerk en de Gereformeerde Kerken onder het Kruis. Ze gingen verder onder de naam Christelijke Gereformeerde Kerk in Nederland. Later in 1892 vond de vereniging plaats met dolerende gemeenten van 1886 tot de Gereformeerde Kerken in Nederland. Een deel van de leden ging met deze vereniging niet mee en verenigde zich in de Christelijke Gereformeerde Kerken.
Onze Lieve Vrouwe Onbevlekt Ontvangen Kerk
In 1876 kwam een nieuwe kerk in de nieuwe wijk Nieuwstad (later de Visbuurt). De kerk werd loodrecht op de Nieuwstraat geplaatst, een markant gebouw.
Eerste steen Hoogstraatkerk
Op dinsdag 5 november 1878 werd door godsdienstonderwijzer en evangelist Willem Schock de eerste steen gelegd voor een evangelisatielokaal voor de confessionele evangelisatie ‘Eben Haezer’ aan de Hoogstraat. Toen Schock enkele jaren later de evangelisatie verliet, besloot de gemeente verder te gaan als een vrije gereformeerde gemeente en kwam daarmee ook in het bezit van dit kerkje. Op dit moment is dit de Hersteld Hervormde Kerk van Den Helder.
Bakker Breet
Bakker Breet bouwde in 1879 zijn kapel in de Vijzelstraat. Breet was broodbakker, maar daarnaast vooral evangelist en hulpverlener. Hij overleed in 1916.
Doleantie
In de geschiedenisboeken staat het jaar 1886 bekend als het jaar van de Doleantie. Dit woord komt van doleren, klagenden. In 1834 hadden bezwaarden hervormden de kerk verlaten. Dit was de afscheiding. De Doleantie was eenzelfde beweging, een reactie op het vrijzinnige klimaat in de Nederlandse Hervormde Kerk. Er was wel verschil met de afscheidingsbeweging. Het ging ook over zelfstandigheid van de plaatselijke gemeenten en het beheer van kerkelijke goederen. Abraham Kuyper, de theoloog, schrijver, journalist en politicus was de leidende figuur van de Doleantie. De Doleantie begon in Amsterdam en breidde zich snel uit over andere plaatsen in het land.
Vereniging
In de landelijke kerkgeschiedenis staat 1892 bekend als het jaar van de vereniging. De kerk van de dolerenden, onder de naam Nederduitsche Gereformeerde Kerken en de Christelijke Gereformeerde Kerk (de afgescheidenen uit 1834), gingen samen. Een belangrijke leider uit die tijd was de staatsman en theoloog Dr. A. Kuyper. Beide kerken gingen verder onder de naam: Gereformeerde Kerken in Nederland. Dankzij de goede verstandhouding van ds. De Hengst van de Dolerende Kerk en ds. Klercq van de Christelijke Gereformeerde Kerk kon in oktober 1892 de plaatselijke acte van vereniging ondertekend worden. Zowel landelijk, maar ook in Den Helder bleef een klein groepje achter. Deze groep had bezwaren tegen de vereniging. Deze groep zouden later de Christelijke Gereformeerde Kerken vormen.
Zuiderkerk later Bethelkerk
De groep dolerenden die nog maar kort uit de Hervormde Kerk waren gegaan maakte een goed start als zelfstandige gemeente onder leiding van de jonge Ds. Den Hengst. Ook de contacten met de Christelijke Gereformeerde Kerk (de afgescheiden gemeente) met ds. Klercq waren goed. Ondanks de beperkte financiële middelen werd overgegaan tot bouw van een eigen kerk. In april 1889 legde ds. Den Hengst voor deze ‘Zuiderkerk’ de eerste steen. De kerk kon enkele maanden daarna in gebruik worden genomen. De kerk zou later hernoemd worden tot Bethelkerk, een bekend en markant gebouw in de Spoorstraat, afgebroken in 1993.
Francois HaverSchmidt
In 1862 werd de dichter, dominee Frans Haverschmidt (1835-1894), bevestigd als predikant van de Nieuwe Kerk. Hij zou slechts kort in Den Helder blijven. Zijn melancholieke en geestige gedichten vonden gretig aftrek.
Snelle groei bevolking
Vanaf ca. 1870 neemt de bedrijvigheid toe in Den Helder. De stad had als havenstad betekenis gekregen. Zeeschepen met lading voeren af en aan. De bevolking nam toe door de grote werkgelegenheid. Arbeiders uit Texel en Zaandam, maar later ook Urkers die vooral de Visbuurt zouden bewonen. Deze economische opleving was van korte duur. Door de opening van het Noordzeekanaal kozen de schepen een andere vaarroute.
Ingebruikname Chr. Geref. Kerk Steengracht
Niet iedereen kon meegaan met gedachtegoed van Abraham Kuyper en de Vereniging. Een klein deel bleef achter en vormde de Christelijke Gereformeerde Kerk. Aanvankelijk viel de gemeente onder Broek op Langedijk, maar in 1907 werd de gemeente zelfstandig en in 1909 kon een kerk in gebruik worden genomen. In 1918 kon nieuwbouw plaatsvinden aan de Steengracht.
Ingebruikname Lutherse Kerk Wezenstraat
De Luthersen namen in 1913 een nieuwe kerkgebouw in gebruik in de Wezenstraat.
Duitse bezetting
In mei 1940 werd Den Helder in bezit genomen door nazi Duitsland. In de jaren die zouden volgen zou de stad verschrikkelijk gebombardeerd worden. Hoewel er veel burgerdoelen geraakt werden bleven de kerken opmerkelijk genoeg gespaard.
Afbraak Oud Den Helder en de Westerkerk
Oud Den Helder werd volledig gesloopt. Van de Langestraat waar enkele kerken stonden bleef niets meer over. Ook de Westerkerk moest volledig gesloopt worden.
Vrijmaking
In het meest moeilijke oorlogsjaar 1944 tekende zich een kerkelijke scheuring af. Het geschil ging over de zg. leer van de veronderstelde wedergeboorte en de betekening van de doop hierin. Het geschil ging ook over de autonomie van de plaatselijke kerken. De eigenlijke scheuring vond plaats in 1944 het jaar van de hongerwinter. De kerkstrijd ontbrandde pas goed na de Tweede Wereldoorlog.
Ds. Tollenaar
Dominee Tollenaar 1888-1954 is van grote betekenis geweest voor de gereformeerde kerk van Den Helder. Hij legde de eerste steen van de Rehobothkerk. In de oorlogsjaren werd Tollenaar gearresteerd en naar een concentratiekamp gebracht. Tollenaar kon na de bevrijding terugkeren, maar deelde in april 1946 mee dat hij meeging met de Vrijmaking. Intussen hadden ongeveer veertig kerkleden de acte van Vrijmaking ondertekend. Hiermee kwam ook in Den Helder een Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt (onderhoudende art. 31).